Salonstijl(en)
Vanaf ongeveer 1925 was de tango als dans steeds meer geaccepteerd in de kringen van de gevestigde burgerij van Buenos Aires. Die acceptatie had gevolgen. In de eerste plaats gingen meer mensen tangodansen, vaak in overvolle danszalen. Grote bewegingen zoals in de Canyengue-stijl waren daar wat minder goed uit te voeren. In de tweede plaats waren de nieuwe dansers wat minder gesteld op de soms wat rauwe manier van dansen van voorheen. Beide gevolgen leidden tot een aangepaste vorm van dans: minder grote bewegingen, een danshouding die meer rechtop was en een zekere terughoudendheid die paste bij de 'gegoede burgerij'. Een mooi voorbeeld van die tangovariant zie je in de film Cuesta Abajo uit 1934 met Carlos Gardel.
De salonstijlen zijn nog steeds in ontwikkeling en kennen diverse varianten, meer of minder gesloten en met meer of minder variaties en ornamenten. Ze maken duidelijk dat DE tango niet bestaat en dat er tango is die past bij uiteenlopende karakters.
Zie voorbeelden onder aan pagina.