Variant 2: Tango-wals
Een van de meest populaire dansen van de 19de eeuw was de wals. Hij was vrij gemakkelijk te leren en had de aantrekkelijkheid dat de dansers elkaar aankeken. Via Europese immigranten was de wals naar Zuid-Amerika gekomen, eerst naar de 'betere kringen', wat later raakte die bekend bij de gemengde, Creoolse bevolking. Zo ontstond een Zuid-Amerikaanse variant van de wals, de Peruaanse of Creoolse wals, gedanst op lokale walsmuziek. Die werd ook gedanst op de feesten in de volkswijken waar de immigranten uit Europa woonden, samen met afstammelingen van tot slaaf gemaakte Afrikanen en Creoolse mensen. Daar paste de wals zich aan bij de vroege vormen van tango tot de tangowals zoals we die nog kennen.
De tangowals is vrij langzaam omdat alleen op de eerste tel van de driekwartsmaat wordt gedanst, met onregelmatige versnellingen op de tweede en derde tel. Ook wordt er minder gedraaid dan in de Weense wals. Er is meer sprake van rechte passen afgewisseld door draaien.
Zie voorbeelden onder aan pagina.